Het is een ontwikkelingsland met een naar wereldmaatstaven gemiddeld inkomen en een grote hoeveelheid bodemschatten. Sinds de eerste democratische verkiezingen in 1994 werden gehouden, is herverdeling een belangrijk politiek thema. De kloof tussen arm en rijk is sinds de afschaffing van apartheid even groot gebleven en misschien zelfs toegenomen. Bijna nergens ter wereld is de afstand tussen de rijken en armen zo groot als in Zuid-Afrika.
Zuid-Afrika is een multi-etnisch en multicultureel land. Het heeft de grootste van oorsprong Europese en Indiase bevolking van Afrika. Bij de volkstelling van 2001 was (afgerond) 79% van de bevolking zwart, 10% blank, 9% kleurling en 3% waren Indiërs.
In Zuid-Afrika worden veel verschillende talen gesproken, waarvan er 11 officiële talen zijn. De belangrijkse talen zijn Zulu en Engels, hoewel op de meeste voedingsmiddelen ook de Afrikaanse taal is vermeldt.
Religie is erg belangrijk in Zuid-Afrika, 80% is Christen (2011), echter veel mensen combineren het christendom met een natuurgodsdienst.
De huidige Zuid-Afrikaanse economie kent twee kanten: de moderne, ontwikkelde economie rond de grote steden staat in sterk contrast met de vele, onderontwikkelde (plattelands)gebieden waar men zich bijna alleen maar bezighoudt met een soort overlevingslandbouw.
De financiële, juridische, communicatie-, energie- en transportsectoren zijn goed ontwikkeld, haar effectenbeurs behoort tot de 10 grootste van de wereld, en de infrastructuur is goed ontwikkeld.
Echter de werkloosheid waarbij meer dan de helft van de jongeren zonder werk zit, en de economische problemen uit de tijd van de apartheid, armoede en gebrek aan economische macht van zwakkere bevolkingsgroepen, zijn nog niet opgelost.
Onderwijs
In de tijd van de apartheid werd het voor zwarte Afrikanen niet makkelijk gemaakt onderwijs te volgen. Als er al onderwijs was, was dit bewust van een laag niveau. In 1959 werden de Zuid-Afrikaanse universiteiten ingedeeld in kleur, en mochten gekleurde en zwarte Afrikanen niet studeren aan blanke universiteiten. Pas in 1986 werd het hoger onderwijs weer officieel toegankelijk voor iedereen. In de praktijk was dit minder goed te realiseren vanwege de gebrekkige vooropleiding van zwarten die naar het hoger onderwijs wilden gaan. De leerplicht voor zwarten werd pas in 1991 wettelijk vastgelegd terwijl dit voor Aziaten en kleurlingen al tien jaar eerder was vastgelegd. Voor blanke scholieren gold de leerplicht al vanaf 1953.
Heden ten dage onderwijs is verdeeld in drie niveaus: basisonderwijs en opleiding, middelbaar onderwijs en opleiding en hoger onderwijs. Daarvoor kan een kind, vanaf zijn derde, ook naar de kleuterschool. Deze scholen zijn echter nog zeer schaars.
In het jaar dat kinderen zeven worden gaan ze naar de lagere school. Deze basisschool bestaat uit klas 1 tot en met 9 en is onderverdeeld in twee delen. Het eerste deel –junior primair – duurt drie jaar. Hier leren de kinderen basisvaardigheden zoals rekenen, schrijven en lezen. Het tweede deel – senior primair – duurt ook drie jaar. De kinderen krijgen lees- en spreekvaardigheid, wiskunde, geschiedenis, aardrijkskunde, algemene natuurwetenschappen en handvaardigheid. De basisschool is verplicht voor alle kinderen tussen 7 en 15 en is gratis. Aan het einde van de opleiding behaalt het kind een certificaat.
Middelbaar onderwijs in Zuid-Afrika bestaat eveneens uit twee delen: junior secondair en senior secondair en omvat klas 10 tot en met 12. Elk jaar bereikt de leerling een hoger niveau. Aan het einde van het tweede deel (niveau 4) moeten de leerlingen een examen doen. Als ze dit goed hebben gedaan krijgen ze een seniordiploma. Dit examen is op drie niveaus: lager, standaard en hoger.
Tertiair of Hoger onderwijs kan in Zuid-Afrika gevolgd worden aan een Technikon, hogere beroeps opleiding of universiteit. Op een Technikon worden middelbare beroepsopleidingen aangeboden. De minimum voorwaarde voor de universiteit is een National Senior Certificaat. Wanneer je boven de 23 bent en je beschikt niet over dit certificaat kun je hier vrijstelling voor krijgen. De voorwaarden hiervoor verschillen per opleiding.