Door de jaren heen hebben wij zowel in Ethiopië, Namibië als in Malawi kleuterscholen opgeknapt, schoolmateriaal georganiseerd en de schooltjes voorzien van gekwalificeerde kleuterjuffen. Bij achtergestelde bevolkingsgroepen blijkt het volgen van kleuteronderwijs een essentiële stap te zijn, om in te kunnen stromen in het basisonderwijs en vergroot aanzienlijk de kansen dat deze kinderen de middelbare school afmaken.

In het zuiden van Ethiopië (Dimeka en Turmi) wonen de Hamar, een natuurstam, vaak gekleed in dierenhuiden, die nog grotendeels leeft van ruilhandel. De toeristen hebben dit deel van Ethiopië ook ontdekt, echter de exploitatie wordt niet door de Hamar gedaan, maar grotendeels door Ethiopiërs uit andere delen van het land. Dit komt mede doordat de meeste Hamar niet kunnen lezen of schrijven en alleen een lokale taal spreken. Wetten die de overheid uitvaardigt worden hierdoor vaak niet begrepen. Toegang tot onderwijs, beginnend met kleuteronderwijs, is derhalve essentieel voor de lokale bevolking om zelf te kunnen profiteren van het toerisme.

Ook in Namibië bij de Bosjesmannen (Tsintsabis) en op het platteland (Chikowa) van Malawi hebben wij door de jaren heen geïnvesteerd in goed en vooral ook toegankelijk kleuteronderwijs voor achtergestelde groepen.

Ons beleid is om na een periode van 3 – 4 jaar de steun af te bouwen. Idealiter zouden de scholen na deze periode zelfstandig door moeten kunnen gaan, maar meestal komt er dan een andere sponsor in beeld die het van ons overneemt.